Thursday, May 11, 2006

Interview 2

Het tweede interview is met een jongen uit Angola.
Dit interview is een stuk uitgebreider:

Inleiding

Een asielzoeker…. Wat is dat eigenlijk precies?
Wat verschilt een asielzoeker eigenlijk van mij?

De volgende dag, ik zat in de trein. Tegenover mij zat een donkere jongen die ik zojuist een spaansachtige taal hoorde spreken door de telefoon, ik schatte hem rond 25 jaar. Hij sprak een andere taal, andere huidskleur.. maarja wel toevallig als hij ook echt een asielzoeker is, ….. en hoe spreek je zo iemand aan?
Maargoed alle moed verzamelt, in gesprek geraakt en gevraagd of hij me wilde werken aan een interview voor school. Schuw gaf hij mij zijn emailadres en keek me twijfelend aan. Ik dacht dat wordt helemaal niks, maar ik mailde een datum en de volgende week zat deze jongen bij mij thuis voor een interview!

Het interview

Manuel, zo heet deze jongen, was iets jonger dan ik in eerste instantie dacht.
Hij is geboren op 17-3-1986 in Angola, tijdens de burgeroorlog. Zijn ouders zijn Angolees, hij is in het Portugees opgevoed. Hij is in de stad geboren en als vluchteling naar Nederland gekomen. Hij is katholiek opgevoed, nu jehovagetuige.
Manuel heeft nog een vader, jonger broertje en een jonger zusje. Zijn moeder is overleden toen hij 6 was.
In Angola hadden ze het vrij ruim, ze hadden het goed. Hier in Nederland hebben ze het behoorlijk krap.
Manuel heeft een verblijfsvergunning. Hij heeft een vriendin en een dochtertje van 1 jaar. Met z’n drieën wonen ze in een studentenkamertje in Tilburg.
Hij studeert MBO, iets in de computerbranche en doet zijn laatste jaar nu.
Daarnaast is hij ook werkzaam als productiemedewerker voor 15 uur per week.

Manuel is heel volwassen en verantwoordelijk voor iemand van 20 jaar. Mijn broertje is in hetzelfde jaar geboren en als ik er zo over nadenk klopt zijn leeftijd niet helemaal. Er zijn veel mensen in Afrika die hun leeftijd niet precies weten en als je dan naar Nederland gaat heb je als je jong bent ook meer kans om te mogen blijven.
Hij heeft vanaf zijn dertiende voor zichzelf moeten zorgen, ook dat maakt je ouder. Op het moment moet Manuel het geld verdienen voor zijn dochtertje en vriendin, dat is een hele verantwoording.

Manuel zijn vader werkte vroeger in de politiek en had een eigen schoenenfabriekje opgestart. Toen ze naar Zuid-Afrika vertrokken voor een paar jaar, heeft zijn vader daar bij de ambassade gewerkt, hij had dus een hoge opleiding. Het kapitaalvolume wat ze in die tijd hadden was dus erg hoog.
Manuel is in het Portugees opgevoed, de taal van de kolonisten, in plaats van de plaatselijke taal. Dit wijst erop dat6 hun gezin bij de hogere klasse hoorden. Tegenwoordig staat Manuel op een heel andere plek als immigrant zijnde. Omdat hij weinig nog met zijn vader te maken heeft, is hij financieel niet meer afhankelijk van hem.
Ondanks dat Manuel qua intelligentie een HBO opleiding aan zou kunnen, studeert hij MBO, dankzij de Nederlandse wetgeving. Doordat hij geen ondersteuning krijgt van zijn ouders, werkt hij in een fabriek om geld bij te verdienen.

Zijn leven, zijn gewoontes zijn gevormd door onder andere de opvoeding die hij in Angola gehad heeft. Doordat ze daar andere normen en waarden hanteren dan hier in Nederland, verschillen we veel in denken van elkaar. Zo zie ik Nederland als een vrij land. Je mag veel doen en hebt veel keuzes en kansen. Manuel ziet dat helemaal niet zo. Volgens hem ben je niet vrij met zoveel controle vanuit de regering. Een voorbeeld dat hij gaf is dat als je hier iets wilt worden je een vastgelegd traject moet volgen (basisschool, middelbare school, opleiding tot bv automonteur). In Angola mag je zelf kiezen hoe je het wordt.

Hij vertelde dat het in Angola gebruikelijk is, dat als je bij een vriend komt logeren, dat je naast de slaapplek ook voor een vrouw zorgt voor diegene.
Dat zag hij als iets positiefs. Ik kan me niet voorstellen dat die vrouwen dit ook als positief zullen aangeven. Ook zei hij dat hij liever het huishouden wou doen en voor het kind zou willen zorgen in plaats van werken omdat hem dat veel minder zwaar en vermoeiend lijkt. Naar mijn gevoel denken veel vrouwen hier anders over. Het runnen van een huishouden en de zorg van een kind op je nemen kan heel zwaar zijn.
De man is daar meer waard dan de vrouw.

Ik vroeg hem of hij zich thuis voelde hier in Nederland. Hij gaf mij het antwoord dat hij over het algemeen het gevoel heeft dat hij hier niet hoort.
Het verbaasde mij omdat hij inmiddels al 6 jaar in Nederland woont. Het waren kleine dingen die hem dat gevoel geven. Soms heeft hij problemen met sommige aspecten van de Nederlandse cultuur. Hij vindt het bv niet kunnen dat hier zoveel bejaarden naar een verzorgingstehuis worden gestuurd. In Angola is het heel normaal om hen in huis te nemen.
De grote mond die kinderen hier af en toe tegen hun ouders opzetten kan volgens Manuel ook echt niet. Er is daar een groot respect voor ouderen.


We hebben het ook gehad over zijn leeftijd. Hij is 20 jaar, althans dat denkt de regering. Hij was 13 jaar toen hij van Angola naar Zuid-Afrika ging. Daar heeft hij een paar jaar gewoond. Vervolgens is hij via Duitsland waar hij 9 maanden verbleef, naar Nederland gekomen. Dat is nu 6 jaar geleden. Hij bekende ook al lachend dat hij niet zo goed in rekenen is.
Voor hem betekent leeftijd meer dan voor mij. Manuel gaf aan dat hoe ouder je bent, hoe meer respect en aanzien je verdient. Het zijn ook altijd de ouderen die gelijk hebben. En nou geldt dat hier over het algemeen ook wel, maar in veel mindere mate.


Hij is katholiek opgevoed. Een goede vriend van hem was jehovagetuige en door hem is hij in aanraking gekomen met dat geloof. Jehovagetuige zijn trekt hem aan doordat hun de bijvel echt lezen. Ze doen wat er in de bijbel staat, en ze denken aangezien dat God’s woord is, is dat ook het goede om te doen.
Een paar jaar terug was Manuel veel strenger Jehovagetuige dan dat hij nu. Je mag namelijk geen seks hebben voor het huwelijk, maar hij heeft een dochtertje.
Dat was voor hem een reden om zichzelf niet meer te zien als een strenge Jehovagetuige. Het geloof is wel belangrijk voor hem, hij haalt veel steun en hoop uit de bijeenkomsten. Hij vertelde heel mooi, toen ik hem vroeg waarom het geloof belangrijk voor hem was:
‘Dit kopje’, (in zijn hand), ‘kan je wel als doel hebben, maar dat is te dichtbij. Daar kan je niet naar streven, je hebt het al. Het geloof geeft mij iets om naar te streven, het geeft mij richting’.
Ik ben niet aangesloten bij een geloofsgemeenschap, ik geloof in ieder geval niet in 1 ding en ik kan me ook niet voorstellen dat ik naar de regels van de Bijbel zou kunnen leven, maar ik zou die keuzevrijheid niet willen laten afnemen.
Een groot verschil tussen ons is dus dat hij overweegt of het volgens de Bijbel is toegestaan.
Ook vertelde hij me dat hij vrienden uitkiest op hun gedrag. Zijn vrienden zijn goede mensen en dat is erg belangrijk voor hem want er is een Portugees spreekwoord dat zegt: ‘Zeg me met wie je omgaat en ik zal zeggen wie je bent’.
Volgens hem ziet God dat ook zo en is het daarom belangrijk om goede vrienden te hebben.

Er waren momenten in zijn verhaal waarbij ik me goed kon inleven, op sommige andere momenten minder en soms ook helemaal niet. Ik heb in de afgelopen jaren veel over Afrika gelezen en ik ben zelf een maand in Zuid-Afrika geweest. Ik heb veel gepraat over de verschillen tussen Nederland en Afrika, ook met Manuel.
Daardoor was het iets makkelijker om me in te leven in zijn verhaal.
Een echt beeld over hoe hij zich voelde in de asielzoekerscentra heb ik niet echt gekregen, lastig voor hem om over te praten, moeilijker voor mij om me in te leven.
Waar ik me niet in kon leven was dat hij vertelde dat hij mannen en vrouwen niet gelijk vindt. Volgens hem komt eerst God, dan Jezus, dan de man en tot slot de vrouw. Dat hij dat echt gelooft!!
Zelf, als vrouw zijnde, voel ik me helemaal niet minder waard. Ik geloof dus ook dat mannen en vrouwen gelijk zijn en gelijk behandeld moeten worden. Omdat ik niet echt een neutrale houding had tegenover Manuel besloot ik om het niet langer over de verhouding man-vrouw te hebben. Daarna vertelde hij me uit zichzelf dat als zijn dochter zou vloeken in huis, hij haar zo hard zou slaan dat ze het nooit meer zal doen. Ik schrok van zijn serieuze harde blik in zijn ogen toen hij dat zei, bij iemand die ik zo positief en begripvol vond overkomen. Toen ik erover doorvroeg zei hij: ‘Als ze zo’n taal tegen mij uitslaat, wat zal ze dan wel niet tegen haar leeftijdgenoten zeggen!’.
Ik heb zelf natuurlijk wel eens een opvoedende klap gehad, maar hij is waarschijnlijk opgevoed met de harde hand. Hij is goed terechtgekomen en gaat er waarschijnlijk van uit dat als hij zijn kind op dezelfde manier opvoedt, ze ook goed terecht zal komen.
Ondanks dat hij zich niet thuis voelt in Nederland heeft hij niet het gevoel gediscrimineerd te worden. Hij zei: ‘Natuurlijk wordt ik wel eens nageroepen, maar dat vind ik heel normaal. Dat gebeurde ook in Angola, waar vluchtelingen uit Kongo waren’. Ik vond het mooi dat Manuel hier zo nuchter over dacht en het niet persoonlijk opnam. Hij vertelde wel dat hij bij het solliciteren vaak dacht dat ze toch net op het laatste moment voor iemand anders kozen omdat hij geen echte Nederlander is.

Er waren een paar onzekerheden in het interview die voor problemen zorgden.
Een fijne manier van interviewen is voor mij om de vragen op te maken naar aanleiding van wat diegene vertelt.
Ik had een paar onderwerpen op papier gezet waar ik hem iets over wilde vragen, maar geen concrete vragen.
Al na de eerste paar vragen gaf Manuel aan dat het voor hem makkelijker ging als ik concreet een vraag stelde, ipv kan je omschrijven hoe……..Ik was juist ook benieuwd naar wat voor hem belangrijk was om te benoemen.
Er waren onderwerpen waar hij het liever helemaal niet over had. Wel vertelde hij dat buiten geweerschoten, de avondklok en de vele mensen die met geweren rondliepen, hij weinig heeft gezien van de burgeroorlog.. Hij heeft maar 1 man vermoord zien worden, hij begon uit zichzelf te beschrijven hoe dat ging.
Een ander probleem wat een paar keer terug kwam in het interview was dat hij zei:
Ík denk niet dat je veel aan mij hebt’, waarop ik hem iedere keer moest overtuigen dat ik het heel interessant vond en juist veel aan hem had.
Ik kon hem ook persoonlijke vragen stellen of naar zijn mening vragen.

Het interview ging heel goed, maar toen ik zei dat het afgelopen was, praatten we nog wat verder en dat werd een interessant gesprek.
Omdat het interview voor mijn gevoel was afgelopen ging ik ook wat meer over mezelf vertellen waardoor hij nog opener was. In die tijd heb ik hem ook nog veel vragen gesteld, om het interview wat aan te kunnen vullen.
Toen kwam ik er pas achter dat hij een dochtertje, Stefanie, van 1 jaar heeft. Ook vertelde hij toen dat volgens God eerst de man komt en daarna de vrouw. Toen zag ik ineens een hele andere Manuel dan daarvoor in het interview.
Zijn blik werd harder en ik vond hem iets minder sympathiek.

Wat ik wel grappig vond was dat hij een paar keer ‘blablabla’ zei als hij de rest van het verhaal vanzelfsprekend vond. Ik zag dat altijd als iets typisch Nederlands, wel leuk dat hij dat ook gebruikte.
Iets wat me opviel in dit interview was dat hij een aantal keer ‘jezus’ zei as hij niet op een woord kon komen. Wel opvallend voor iemand die Jehovagetuige is, ‘jezus’is een soort van stopwoordje voor iedereen!

0 Comments:

Post a Comment

<< Home